11 December 2009

Te veel en te weinig

Het is een dag waarop ik maar wat rondsurf, sollicitaties schrijf, ideeen bedenk en in het algemeen wacht op antwoorden en aanmoedigingen die nogal schaars zijn. Heb gisteren een stuk fictie geschreven - mijn eerste - en ben in mijn nopjes, tevreden, er vol van, kan ik het? (Antwoorden blijven dus nog even uit.)
Op deze dag belt mijn vader. "Je moet je specialiseren", zegt hij. Geloof ik, maar waarin? Voorlopig hanteer ik nog maar even de strategie van de vele pijlen, ook omdat ik dat zelf leuker vind. Ideeen genoeg, en daar begint het, vind ik zelf. "Misschien moet je over Rome schrijven, niet over Abruzzo." Hm. Misschien woon ik niet in Rome en misschien vind ik de dingen die in Abruzzo gebeuren wel interessanter op dit moment. Bovendien word ik een beetje ziek van het gedweep met Rome. Die stad schijnt schrijvers aan te zetten tot dwepen, zwelgen, oude dingen telkens weer van stal halen. Ik moet nog even mijn weg vinden om dat obstakel te kunnen omzeilen. Rome is vast ergens ook jong en doet nieuwe dingen, en ik ben hard op weg om die te ontdekken (over de recente boekenbeurs laat ik me heel binnenkort uit), maar het valt niet mee bovenop gebeurtenissen te zitten als je niet vaak in een stad bent. In de toekomst plan ik meer, en langere bezoeken. Ben laatst weer door Pigneto gestruind en dát bevalt me. Een stuk stad met een meer twintigste eeuwse geschiedenis (google Pigneto en Pasolini), en jonge mensen die erin leven.
"Misschien moet je over kunst gaan schrijven", zegt mijn vader, bekend beeldhouwer. "Je kunt over mijn werk schrijven. Het filosofisch interpreteren." KUNST? Interpreteren? Filosofisch? Wie had het over specialisatie? Ik schreef ooit eens over kunst, galeriebezoek, dit was het resultaat.
Het enige dat er in mijn leven als kunst speelt is: mijn vader is kunstenaar (dit klinkt nog steeds gek na opgegroeid te zijn met een vader die dat lange tijd niet was). Ik heb vijf jaar in Berlijn gewoond waar je om kunst niet heen komt. Die stad leeft ervan en vernissages zijn er een must omdat je je vrienden toch wilt steunen. Een enkel museumbezoek in Rome.
Wat ik ervan denk, van kunst, is nogal rudimentair op dit moment. Eerste mening: ik hou van realisme. Harde foto's, schrijnende video's, goede portretten, dieren in hun eigen omgeving. Met abstractie kan ik niet echt uit de voeten. Tweede, daarop aansluitende mening: ik ben allergisch voor performance art. Heel mijn leven word ik al ietwat triest van toneel, theater, clowns, overdreven acteren. Moeilijk uit te leggen. Performance art heeft mij van triestheid in gruwen gedreven. Krampachtig grenzen opzoeken. Met blauwe yoghurt besmeerd over galerievloeren kruipen, of, de allerlaatste schokkende mode, onder het uiten van Grote Woorden of Moeilijke Muziek jezelf of een ander laten bloeden, toetakelen, met nietjes lichaamsdelen aan elkaar sluiten, het liefst ook nog in bijzijn van je tweejarige zoon. Nee. Nee. Nee. Buiten is het ook mooi en gebeuren er ook spannende dingen, zoals de reactie van buren op galerie-openingen. Kunst van jonge spannende kunstenaars (niet ironisch bedoeld) en performance art schijnen tegenwoordig niet zonder elkaar te kunnen.

Dit bedoel ik. Met dank aan Luisa Lapupazza, en no hard feelings ;)

Dát is hoe ik het ervaar. Hekel aan krampachtigheid, dilettantisme, gewilde gewaagdheid, overdrevenheid, dwepen, zwelgen, jezelf te serieus nemen. Soms ook verwonderd en verrast, daar niet van.

Filosofisch interpreteren van kunst? Moet je dat kunnen als je een studie politieke en sociale filosofie hebt afgerond? Als je nog nooit met esthetiek in de klassieke zin in aanraking bent gekomen om vanzelfsprekende redenen? Als je wel eens een verhaaltje uit je pen schudt waaruit blijkt dat je over dingen na kan denken of ze in een interessant kader kan plaatsen in redelijke bewoordingen? Als je nog aan elke aanmoediging van buitenaf krampachtig vasthoudt en er dagen verguld mee bent? Dan lijkt die opgave iets te gewild, iets te krampachtig. Ik ga me er mee bezig houden. Het lijkt me ook wel wat om als absolute dilettant mijn krampachtige dwepende zwelgende woorden in een kunsttijdschrift te publiceren. Als luis in de pels. En nu mijn vader even terugbellen.


No comments: