Taxonomie, de wetenschap van het indelen. Linneaus was er nogal bedreven in, maar ik moet zeggen dat ik er deze dagen ook een handje van begin te krijgen. De eerste nieuwe categorie waarmee mijn brein op een goede dag in het bos op de proppen kwam (bij het fotograferen van deze muis en deze hazelmuis), maar die al decennialang stilletjes op de loer lag (ijkpunt: een dierenartsvinger met daaraan een bungelende hamster) was de categorie van de Nerveuze Kleine Zoogdieren. Die willen niet stilzitten en maken me licht kriebelig. Vaak zijn het kleine knaagdieren (muizen, hamsters) maar ook van die kleine hondjes met trekkende pootjes doen een gooi naar dit hokje.
De mooiste categorie, waar ik onlangs op stuitte, en die maar één lid heeft, is die van het Minzieke Wonderdier. De kat. Dankuwel, Midas Dekkers (ik stuitte erop in zijn boek De Vergankelijkheid).
Er zijn de Boerderijdieren. Die komen meestal in een set in kinderhandjes terecht, en de afzonderlijke leden van deze categorie worden vaak maar raar bekeken: 'waar zijn de anderen'? De koe, het paard, het varken en de kip, een onafscheidelijk kwartet. Een heel ander gevoel krijgen we bij de Verguisden. Die stoppen we het liefst weg maar raken er aan de andere kant niet over uitgepraat, creeeren mythe na mythe en verspreiden onware schokkende informatie. De wolf, de rat, de spin, allemaal moeten zij dit lot ondergaan, terwijl ze heus geen kwaad in de zin hebben. Ze doen nou eenmaal wat in hun aard zit en werden met hun vervaarlijke tanden, harige poten en kale staart geboren (of kropen ermee uit het ei natuurlijk). Nauw verwant zijn de Onverwachte Opduikers. Die mogen we ook niet zo graag. Een schorpioen op de muur, een mug in de nacht, een vos in een donker straatje, een hond op een landweggetje. Schrikken ervan doen we op z'n minst.De Neutrale Dieren - we weten er niet veel over, ze laten ons met rust en andersom, die dieren leiden hun leventje zonder uitstervingsbedreiging, uitbuiting, jacht of liefde. Ik kom niet zo snel op een voorbeeld...Ach, belangrijker zijn de Uitermate Geliefde Dieren. Met de subcategorieen A. om te knuffelen B. om te eten C. om anderszins uit te buiten (truukjesdieren, rijdieren, vachtdieren). Aan deze dieren denken we het liefst.
Allemaal echter eindigen ze onherroepelijk in de allerbreedste categorie: de Dode Dieren. Met tranen begeleid naar de laatste rustplaats, juichend op het bord ontvangen, stilletjes langs de weg rottend, anoniem in het bos opgevreten wordend.
De Dode Dieren, ik denk er de laatste tijd veel over na. En vooral over dat inmiddels beroemde paard, dat nu geen paard meer genoemd kan worden eigenlijk, omdat vele magen het compleet verteerd hebben. En daar lag nu juist het probleem.
Het was onbekend hoe dat paard aan zijn einde was gekomen. Dood was het toen we het aantroffen, met een gat in de buik, een hap uit de kont, een versnaperd oog en bloed uit de mond. Geen duidelijke sporen van de doodsoorzaak. Wij toen te verbouwereerd door de wolf om er een foto van te maken.
Zodoende werd er pas de volgende dag, nadat talloze dieren zich tegoed hadden gedaan aan het verse vlees, fotografisch vastgelegd hoe dat beest er dood, dooier, doodst lag te wezen. Hier ben ik. (Sorry, waarschuwing: het is nogal ranzig, en ja, ik zie er bedenkelijk uit, maar het was koud...)
Wat later kwam de vraag maar al te zeer op: hoe kwam dat vermaledijde beest aan zijn end? Officiele instanties (het Nationale Park) waren ingeschakeld, en die wilden dat graag weten. Fotografisch materiaal werd opgestuurd en beoordeeld. Iets duidelijker werd, dat er waarschijnlijk ook een beer bij was geweest (te herkennen aan teruggeslagen huid van het karkas). De belangrijke vraag die in de lucht hing was echter: was het paard vergiftigd? Dat gebeurt namelijk nogal eens hier in de regio, en dát zou de dood van vele andere dieren betekenen. Niet alleen die ervan gegeten hebben, maar ook die weer van hén eten. Beren, wolven, vossen, vogels, muizen, verzin het maar. Geen antwoord op die vraag dus, de tijd heeft het ons geleerd. Er zijn geen andere gestorven dieren gevonden.
Om ook nog maar even op die wolf terug te komen (ik zou hem bijna heel melig stokwolfje gaan noemen): hoe moeilijk het is om zo'n beest te zien te krijgen toont onderstaande filmpje (ook ranzig). Drie maanden lang werden er dode schapen geregeld, voor hutjes gelegd, 's nachts hoopvol begluurd. Alles zonder vruchten af te werpen. Wolven schijnen hun omgeving bijzonder goed te kennen en te weten dat een bepaalde auto bij de herder hoort die elke dag zijn routine afwerkt. Komt er een andere auto met meer mensen, en ligt er ineens een schaap klaar, dan neemt hij de benen. En schaart zichzelf daarmee onder de Aanwezige, Maar Onzichtbare dieren. Daarvan zijn er heel veel en dat is maar goed ook.
De video dus. Ook ranzig, maar het internet heeft ons allen daarin toch wel gehard. Een dood schaap werd naar een hutje gesleept om er dus níet te worden opgepeuzeld door wolven. (Wel, niet door mensenogen gezien, eigenlijk.) De barre tocht van het schaap (hoor je de ribben tegen de stenen slaan?) deed mij ogenblikkelijk aan Cormac McCarthy's indrukwekkende, prachtige, keeldichtknijpende, geniale boek The Road denken (LEES HET!). Die leegte, de dood, hoop op iets goeds. En aldus.
No comments:
Post a Comment