26 January 2010

Wat een feest


Sant Antonio was een soort eerste Christopher McCandless. Hij "gave away some of the family estate to his neighbors, sold the remaining property, donated the funds thus raised to the poor, placed his sister with a group of Christian virgins" (alle citaten van wikipedia). Hij wilde namelijk in de woestijn gaan wonen, want dichter bij die meneer daarboven kon je niet komen, zo redeneerde hij. De eerste heremiet, in z'n uppie in het zand. Desert Father vond hij wel een interessante naam voor zichzelf. Stel je dat echter niet te leuk voor. De duivel kwam natuurlijk ook langs met zijn trukendoos. "The devil fought St. Anthony by afflicting him with boredom, laziness, and the phantoms of women." Wat een rotduivel! Daarna besloot onze Anton maar in een stenen grafkist te gaan wonen, zodat de duivel niet met zijn takken aan hem kon komen. Aardige mensen schoven eten door een spleet naar binnen. Helaas, "when the devil perceived his ascetic life and his intense worship, he was envious and beat him mercilessly, leaving him unconscious". Ai. Gelukkig had Anton nog zijn aardige vrienden. "When his friends from the local village came to visit him and found him in this condition, they carried him to a church." Anton bleef zijn hele verdere leven nog verstopspelletjes spelen, die een beetje te saai zijn om na te vertellen. Je mag het zelf gaan nalezen op wikipedia.
Anton was een aardige snuiter die mensen hielp genezen van huidaandoeningen. Hij had daartoe de beschikking over een uiterst vernunftig middeltje: varkensvet. De bron van dat vet, een varken, hoefde niet op stal maar mocht vrij rondlopen in dorpen, mits hij een bel droeg.
Leuk verhaal, niet? Zo leuk, dat Sant Antonio eeuwen later nog steeds vereerd wordt. Of het nu is om zijn alleszins herkenbare worsteling met vrouwen en saaiheid, het leven in een betonnen doos of het rondlopen met een bellend varken? Dat laatste, vermoed ik.
In Collelongo (Abruzzo) wordt het Sant Antonio feest elk jaar in januari gevierd (16 en 17). De hele regio loopt uit om in de vrieskou liedjes te zingen voor ons aller Anton. En je krijgt gratis eten en wijn. Het eten bestaat uit maissoep die in een enorme pan staat te blubberen. Oude mensen scheppen dat in een bekertje. Is nog lekker ook. Je krijgt ook allerlei zoetigheden door oude mensen in je mondje gestopt, als betonnen spleet van Antonio. Iedereen staat in versierde kelders te vreten en het is best gezellig en lekker. En de wijn is helaas koud dus klok je die maar snel achterover met alle gevolgen van dien. Liedjes ga je er van zingen. Het was oprecht leuk.

Ook booskijkende alto's met blauw haar houden van een gratis feestje.


Muziek voor Anton die goedkeurend knikt en de soep op het vuur.




Dit is een remix van Padre Pio (een minder harde baas: "Hij kon streng tekeer gaan tegen gelovigen die in de biecht zonden trachtten goed te praten en ook tegen vrouwen die in minirokjes of mannenkleding (broeken) de kerk betraden. Door kinderen raakte hij altijd vertederd." Wel ontzettend vereerd in Italië, je ziet die kikkerogen overal) en Sant Antonio.


13 January 2010

Nederlands interieur

Als je ver woont, komt dit heel dichtbij.

Een knaagdier in een kooi en een kat in een doos in de vensterbank. Neplederen zwarte meubels die in een poging tot comfort voorzien zijn van kussentjes met verweerde overtrekken uit van die stugge stoffige stof. Een tafel bij het raam wordt gebruikt om spullen op te zetten, niet om aan te zitten. Hij biedt plaats aan en slordige plant, een verstikkend bosje rozen, een kleurige vlinder.

Op de helft van de zetel zit een vrouw, toegewend naar iets dat buiten de foto valt. Ik schat de TV. Gehuld in een te grote spierwitte fleecetrui en andere makkelijke kleding ('huispak' in de gruwelijke omgangsspraak) eet ze een boterhammetje met chocopasta. Bruin, want dat is gezond. Ontbijt of lunch? Een reclamefoldertje op schoot, de hand slaat de blaadjes om terwijl de ogen elders op zijn gericht.

Terwijl de zon het laminaat doet glanzen gluurt een ondeugend speelgoedpaard vanachter de bank en de zetel (die een innig samengeschoven geheel zijn gaan vormen) met een duistere blik de wereld in. Hij vermoedde al dat dit tafereel het zonder een spoortje van ironie tot Facebook ging schoppen.

(Foto dus van Facebook -niet de mijne- ontvreemd)

Edit: Hier volgde dus een foto van het tafereel. Ik werd teruggefloten door iemand die meende dat ik de foto (van een bekende) niet kon plaatsen. Wilde niemand kwetsen met iets onbelangrijks en dus is de foto weg. Als mijn computer Photoshop zou trekken zou ik het gezicht hebben bewerkt, maar de techniek is tegen mij. Ik schreef in de mail aan mijn vriendin:

"ik snap dat je het verkeerd kunt begrijpen, de bedoeling.
het ging me echt om het tafereeltje. dat je zo'n foto van jezelf op facebook plaatst. niet dat het tafereeltje belachelijk is, hoor. maar gewoon, iemand die iets ontzettend dagelijks doet, iets dat andere mensen niet op facebook zouden plaatsen. mensen plaatsen er foto's van hoe mooi ze zijn, coole dingen die ze deden. niet hoe ze half op de bank een broodje eten en een foldertje doorbladeren in het beetje troeperige huis (wie zonder zonden is....haha!). daarbij heb ik geen moment stomme dingen over haar zelf gedacht. ik wilde beschrijven dat het tafereeltje zo herkenbaar is, dat ik alle dingen die er getoond worden 'begrijp'. dat heb ik alleen in nederland, en dat vind ik zo fascinerend.
die kooi op de grond, die treurige plant, de tuinstoelen. ik heb het allemaal zo vaak gezien in nederland dat ik het meteen 'doorzie', het is ver weg en toch vertrouwd. in een nieuw land moet je dingen leren plaatsen. wat voorwerpen of kleding over mensen zeggen ."



09 January 2010

Debuut

Een week. De eerste week van het jaar. Een winterweek. Veel binnen gezeten, net als de rest van Europa. De sneeuwweek. Het komt m'n neus uit, en nu is het ook hier aangekomen. Het pleintje hield op met kletteren en smolt de zachtheid die erop neerdaalde. (Is er iets teleurstellender dan sneeuw die niet blijft liggen?) De wolken waarin de sneeuw kwam bedekken de bergen en geven mij iets van die Hollandse tweedimensionaliteit terug. Oh, een vlaag van nostalgie welt daarbij in mij op. Kijken tot je niet verder kunt zien. Een kennelijke metafoor voor het land. Ik mag die bergen wel, hoor. Kijk uit het raam terwijl ik tik en voel die wildernis. Ik weet wat er rondloopt, daarginds, en dat denkend maakt korte metten met die andere vlaag en maakt me sterk in het hier en nu.

'Wolf', het woord dat anderen niet meer van mij konden verdragen en 'sneeuw' het woord dat ik graag naar volgend jaar zou willen verbannen, als het weer spannend is.
Nog maar eens die wolven van stal halen dan. Ik moest ervoor bijlezen, stilzitten, de bergen inturen, me vermanen, vermannen, inhouden, verbijten.
Maandag belde National Geographic Italië. Woensdag moest ik een artikel af hebben.
Die stress van een heuse deadline, ik vind het prachtig. En maakte nog maar eens kennis met het verloop tot die deadline in mijn hoofd. Eerst: hoofd volproppen met informatie. Zuigen, zuigen, lezen, lezen. Alsmaar meer, teveel, onnodig. Dan: wachten. Komt het nog? Ik probeer het gewoon. Tik wat onsamenhangende onzin en schiet in de stress. Denk aan potentiële lezers, hoor andermans verwachtingen, mag het niet verkloten. Maar het lukt even niet, schrijven. Wanneer dan? Ik pak er nog een boek bij en duik het bed in. Vertrouw mezelf een maar beetje.
En: jahoor. Aan de ontbijttafel schieten de zinnen op het koffiebevlekte blaadje. Snel, opschrijven, ik volg mezelf niet meer! En de dag die voor me uitgestrekt ligt is er om die vodjes mooi bij elkaar te brengen. Aan het einde van de dag ben ik tevreden. Een waar artikel, een kop, een staart, eigen gedachten, korte citaten uit interviews, interessante feiten. Het wordt vertaald en gaat de e-mail in. Bier en pizza buitenshuis en glunderend.

Ach, het is voor het eerst, hè. En het is geen blog. Dus, wat gebeurt er? Een licht geraakte eindredactrice noemt het 'onzin'. Eigen gedachten mogen niet. (Ik volgde slechts het voorbeeld van de 'grote' NGM, wist ik veel. Niemand had mij ook maar iets verteld.) Al het moois wordt geschrapt en ik pleng een traan. Het verminkte artikel moet door mij bewerkt. Ik sputter, ik spartel, maar het moet toch. Nu belanden we in de categorie 'werk'. Voor de centjes. De volgende dag wordt het goedgekeurd. Geen spatje van mezelf vind ik terug. Wat citaten aan elkaar schrijven en met feiten opleuken, kan niet iedereen dat?

Zeuren mag ik niet van mezelf. Het is zo. Wil ik verdienen met schrijven, moet ik doen wat anderen willen. En hoop dat ik wat aanwijzingen krijg, volgende keer. Hopen mag ik wel. Dat ergens plaats is voor moois. Dat ik ergens zelf nog iets kan lezen waarvan ik leer. Dat een 'te moeilijk woord' niet wordt geschrapt maar wordt aangegrepen als kans om iets nieuws te leren. Dat foto's ook mooi kunnen zijn als het subject onscherp is, of door mist verhuld.

Het artikel wordt in februari geplaatst.